Automatische transcriptie
1. In 'T Casteel Batavia den 28: Junij A„o 1766.
2) „stont zelf zo zwaar dat de donder in de VoorCajuijt de bezaans mast aan
3) stuk sloeg, en op welk tijd stip de blixem zig zodanig verspreide dat de Cassuit
4) in volle vuur en vlam stond, zijnde het onmogelijk geweest, zo min het kruijt
5) over boord te werpen als de brandspuijten klaar te maken, na dien de vlam
6) na beneden geslagen zijnde het niemand door de katte daar konde houden
7) dies waren zij genoodzaakt de bak tot een schuijlplaats te nemen wanneer in
8) tusschen in dit uijterste klarigheid gemaakt wierd om de schuijt en eenige
9) rondhouten buijten boord te zetten, ten einde zig daar mede te redde dog dit
10) lukte mede zo min als al het aangewende, door dien het meeste volk in de zelve
11) sprong, de takels in de brand raakte en zij dus haar zelfs van dit laatste hulp„
12) middel beroofde, als toen was goed raad duur en zij waaren ten eenemaal rade„
13) „loos, en in ’t geheel geen Uijtkomst ziende, moesten zij besluijten of door de vlam
14) verteerd of door ’t water Versmoort te werden, Jnmiddens waren er twee man
15) Wagt hebbende matroozen in de agteraanslepende barkas, die het onmogelijk was
16) de gloed van ’t Considerabel vuur te kunnen weerstaan, weshalven zij lieden goed„
17) „dagte het sleeptouw te kappen, en zig te laten drijven;
18) Dat zij scheepelingen als toen gewaar wierden dat het vuur de overkand nam,
19) Ja zelfs zodanig dat zij het niet langer op de bak konde houden resolveerde
20) in hoop dat haar de Almagtige eenige uijtkomst zoude geven het water
21) te kiesen, houdende zig aan Touwtjes aan den anderen vast, tot dat eijndelijk
22) Klinkert, den supercarga
23) niemand overbleef als den Capitein.
24) Ian stuart en den opperstuurman Pieter van der Putten, welke tweede don
25) eerste Aansetten, om meede zig over te geven aan het water, dog daar toe als nog
26) niet konnende overgaan, deed den Carga besluijten zig bij de boeg neder te laten
27) zacken, dat hij na ’t neemen van een Zielgrievend afscheijd en na ’t geven van de
28) hand.
29)
30)