VOC-archief, inventarisnummer 7617 (scan 151)

Hieronder vind je de automatisch gegenereerde transcriptie en (indien beschikbaar) een scan van het originele document. Je zoekopdracht is vet weergegeven in de transcriptie. De transcriptietechniek staat nog in de kinderschoenen, dus de transcriptie is niet perfect. Mocht de scan hieronder niet verschijnen of een onjuiste scan betreffen, bekijk deze dan op de site van het Nationaal Archief. Daar kun je ook andere scans uit hetzelfde inventarisnummer vinden.

Vorige pagina -- Volgende pagina

Automatische transcriptie

1.        In 'T Casteel Batavia den 28 Junij A:o 1766.
2)        hand aen de Capitain en opperstuurman, en onder ’t zeggen van Godt zij Ulie„
3)        der helpelx ter uijtvoer bragt, drijvende bij t anker touw langs tot op de boeij van ’t
4)        zelve; nauwlijks was dien ongeluckigen daar ter houw gekomen, of den Capitein en
5)        stuurman moesten mede dien zelven weg, door dien het vuur zodanig de over
6)        hand nam, dat het voor haar onmogelijk was langer voet, op ’t schip te houden
7)        Weshalven zij lieden dan het water kozen, en de eerste zig bij den Carga begaf
8)        en den laatsten op een daar omtrent stuk, drijvend hout, dog den gem: Caria met
9)        den schipper waren genecessiteert telken heise onder te duijken, zo door ’t spatten van
10)        ’t hout als de neder vallende vonken op hun Lijf, ’t geen haarlieden zo vermoeide
11)        dat hij stuart niet in staat was zig langer boven te houden, door dien de kragt
12)        hem begaf, en hij als Zielenloos bij gem: schipper Gezonken is.
13)        Dat die twee man alle deroiren hadden aangewend om dog omstreeks bij ’t
14)        schip te blijven ten einde hare ongeluckige offecieren en medemaats te redden
15)        dat van dat succes was dat zij van de 127 koppen, 86 van die deernswaar„
16)        „dige zielen die tot smorgens 8 @ 9 Uren op stengen en raas hebben moeten
17)        dobberen gesauveert hebben, en met dezelve Coers stellende naar Palem„
18)        „bang op den 24 der Vorengem: maand Meij, geconsidereert die Arme mon„
19)        „schen niets gedurende dien tijd, van Negen dagen genuttigd hebben als ieder
20)        een kommetje droge rijst dat haar van een Chinees Nachoda is gegeven, buij„
21)        „ten en behalven dat zij ontbloot van alles deerlijk van de brand beschadigd,
22)        Voor die Loge Gearriveerd waren
23)        Dat dien kiel voorts gebrand had tot C:n 2 Uren snamiddags, en door zijn
24)        eijgen buskruijt in de lugt gesprongen dus, dat 'er niets van de lading te bergen
25)        was geweest.
26)        dat den schipper voormeld om de wille van zijnen toenemende krankheijd
27)        genoodzaakt.
28)        
29)        113
30)